Hoeveel kansen krijgt een ouder
en hoeveel schade verdraagt een kind
Opiniestuk Franky D'hauwer
Een dubbele kwetsbaarheid, een gedeeld falen
Binnen SAMEN overLEVEN ontmoeten we mensen met levensverhalen die diep snijden. Verhalen van kinderen die opgroeiden in verwaarlozing, instabiliteit of openlijk geweld. Soms kwamen ze in een zorgwekkende thuissituatie terecht zonder dat er al sprake was van seksueel geweld, maar werden ze tijdens hun plaatsing in de jeugdhulp slachtoffer van misbruik. Anderen leefden al vanaf jonge leeftijd met seksueel geweld in het gezin en werden vervolgens ook opnieuw slachtoffer in de jeugdzorg, waar hun veiligheid opnieuw niet gegarandeerd werd.
Dat dubbele trauma, misbruik door ouders of gezinsleden én het falen van het systeem dat hen moest beschermen, laat sporen na voor het leven.
Het dwingt ons tot een fundamentele, ongemakkelijke vraag: Moeten ouders die hun kinderen mishandelen of verwaarlozen telkens opnieuw kansen krijgen, ook als dat ten koste gaat van de veiligheid, rust en ontwikkeling van het kind? En meer nog: is het ooit verdedigbaar om kinderen die thuis seksueel werden misbruikt terug te sturen naar diezelfde omgeving, zelfs "onder voorwaarden"?
Wij zeggen resoluut: nee.
Hoeveel kansen krijgt een ouder, en hoeveel schade verdraagt een kind?
De jeugdzorg en rechtspraak in Vlaanderen vertrekken vaak vanuit een herstelgericht model. Ouders die tekortschieten krijgen ondersteuning, begeleiding en de kans om het beter te doen. Dat klinkt op papier menselijk. Maar op het terrein zien we een andere realiteit: kinderen die jarenlang blijven ronddolen in een systeem van kansen voor ouders, terwijl zijzelf niet écht gezien worden.
Een kind heeft recht op veiligheid. Op stabiliteit. Op geborgenheid. Niet op een eeuwigdurende wachtkamer waarin volwassenen "nog niet klaar zijn", "nog aan zichzelf moeten werken", of "hun verantwoordelijkheid nog niet nemen maar die kans nog wel krijgen."
Voor kinderen die thuis seksueel misbruikt werden, zou de grens definitief getrokken moeten worden. Seksueel geweld is geen opvoedingsfout. Het is een grensoverschrijding die het vertrouwen tussen ouder en kind fundamenteel breekt. Gezinshereniging na seksueel misbruik zou geen optie mogen zijn, hoe 'goed begeleid' die ook wordt voorgesteld.
Maar zelfs daar waar kinderen een veilige haven vinden in een pleeggezin, zien we dat hun stabiliteit niet gegarandeerd blijft.
We kennen verhalen van kinderen die eindelijk rust vonden bij liefdevolle pleegouders. Waar ze opnieuw leerden vertrouwen, slapen, spelen, zichzelf zijn. En dan komt plots de mededeling: "de ouders willen een nieuwe kans." De jeugdrechter stemt in. Het kind moet terug.
Soms is die motivatie van de biologische ouders onduidelijk, broos of zelfs compleet afwezig. Soms komt ze voort uit druk van buitenaf, familie, advocaat, eergevoel. Soms lijkt het alsof het recht op ouderschap zwaarder weegt dan het recht van het kind op veiligheid. Alsof biologische band automatisch gelijkstaat aan opvoedrecht, los van wat er gebeurd is.
En telkens opnieuw betaalt het kind de prijs. Niet de ouder. Niet de hulpverlening. Het is het kind dat afscheid moet nemen van veiligheid, warmte, gehechtheid. Dat opnieuw wordt blootgesteld aan de dreiging van afwijzing, onveiligheid of zelfs nieuw geweld. Omdat de 'rechten' van de ouder belangrijker werden geacht dan de noden van het kind.
Laat ons duidelijk zijn: mensen kunnen veranderen. Maar verandering mag nooit een reden zijn om een kind zijn herwonnen rust weer af te nemen. Als een kind geborgenheid vindt bij nieuwe mensen die wél beschikbaar, zorgend en liefdevol zijn, dan moet dat serieus genomen worden. Biologische band mag geen heilige graal zijn.
Een kind is geen tweede kans
We moeten stoppen met het idee dat het kind een oefenterrein is voor het volwassen worden van de ouder. Een kind is geen tweede kans. Een kind is geen recht, geen bezit, geen pion in een traject dat vooral draait rond ouderlijke groei.
Wanneer we spreken over "het belang van het kind", moeten we ook durven handelen naar dat principe. We moeten durven zeggen: een kind dat thuis seksueel misbruikt werd, keert niet terug. We moeten durven zeggen: een kind dat eindelijk veiligheid vindt in een pleeggezin, moet daar kunnen blijven.
En we moeten durven zeggen: sommige ouders zijn niet in staat om hun kinderen veiligheid te bieden en dat is verdrietig, maar het kind mag daar niet onder blijven lijden.
Er is moed nodig om een ouder te confronteren met het feit dat zijn of haar kind beter af is bij anderen. Maar er is nog meer moed nodig om dat kind te blijven beschermen, ook als het systeem liever 'herstelkansen' ziet.
Laten we kiezen voor de kinderen. Laten we hun veiligheid niet langer opofferen voor idealen over biologische banden of tweede kansen die meer kwaad doen dan goed.
Want echte liefde voor kinderen toont zich niet in hoop op gezinshereniging, maar in de wil om hen eindelijk rust te geven.
Franky D'hauwer