Overlevingsreacties bij seksueel geweld
Vechten, Vluchten, Bevriezen en Aanpassen

Wanneer iemand geconfronteerd wordt met seksueel geweld, reageert het lichaam automatisch om te overleven. Dit gebeurt instinctief, zonder bewuste keuze. De vier belangrijkste overlevingsreacties zijn vechten, vluchten, bevriezen en aanpassen. Elke reactie is een manier waarop het zenuwstelsel probeert de dreiging te hanteren.
Vecht reactie
Bij een vecht reactie komt het lichaam in actie: spieren spannen zich op, de hartslag versnelt en adrenaline stroomt door het lichaam. Dit kan zich uiten in fysieke tegenstand, schreeuwen of proberen de dader weg te duwen. Hoewel vechten een natuurlijke reactie is, is het niet altijd mogelijk of veilig, zeker niet wanneer het slachtoffer fysiek zwakker is dan de dader of zich in een machteloze situatie bevindt (bijvoorbeeld bij seksueel misbruik door een gezag figuur).
Vlucht reactie
De vlucht reactie betekent dat iemand probeert te ontsnappen aan het gevaar. Dit kan letterlijk vluchten zijn, maar ook psychisch 'ontsnappen' door dissociatie – waarbij iemand zich emotioneel afsluit van de realiteit om de pijn en angst niet volledig te ervaren. Slachtoffers van seksueel geweld kunnen achteraf het gevoel hebben dat ze 'niets gedaan hebben om te ontsnappen', terwijl dissociatie juist een automatische overlevingsstrategie is van de hersenen.
Bevries reactie
Bij de bevries reactie blokkeert het lichaam volledig. Dit wordt ook wel 'tonische immobiliteit' genoemd: iemand is fysiek niet in staat om zich te bewegen of te spreken, hoe graag ze dat ook zouden willen. Dit gebeurt vaak bij een plotselinge of extreme dreiging. Mensen die deze reactie vertonen, voelen zich achteraf soms schuldig of schamen zich omdat ze 'niet gevochten of gevlucht zijn', maar dit is een biologische reactie waarop ze geen controle hadden.
Aanpas reactie
De aanpas reactie – ook wel fawn-response genoemd – betekent dat iemand zich onderwerpt aan de dader in een poging de situatie minder erg te maken. Dit kan gebeuren door te proberen de dader gunstig te stemmen, zich zo onopvallend mogelijk te gedragen of zelfs schijnbaar mee te werken. Dit is een overlevingsmechanisme, vaak ontwikkeld door slachtoffers die langdurig misbruik hebben ervaren en geleerd hebben dat weerstand gevaarlijker is dan meebewegen.
Gevolgen en verwerking
Welke reactie iemand vertoont, hangt af van de situatie en eerdere ervaringen. Geen enkele reactie is 'beter' of 'slechter'. Het zijn allemaal instinctieve manieren om te overleven. Toch worstelen veel slachtoffers achteraf met schuldgevoelens of het idee dat ze 'niet genoeg gedaan hebben'. In werkelijkheid heeft hun lichaam precies gedaan wat nodig was om te overleven.
De impact van deze reacties kan lang na het geweld blijven hangen, bijvoorbeeld in de vorm van angst, triggers of dissociatie. Erkenning en begrip voor deze automatische overlevingsmechanismen kunnen een belangrijke stap zijn in de verwerking.